Zakendoen in een land dat nauwelijks marktwerking kent, waar de import en export door de overheid wordt gereguleerd, en waar van veel nationale bedrijven negentig procent van de omzet of het product door de overheid wordt geclaimd. Het socialistische Cuba lijkt een onaantrekkelijke handelspartner. Dat er wel degelijk succesvol zaken kan worden gedaan, bewijst het Nederlandse transportbedrijf Womy. “Marktwerking is er wel degelijk, alleen anders.”
Het kantoor van Womy Equipment Supply ligt in de moderne villawijk Miramar in Havana. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot een plakkerige 31 graden. Een bescheiden, pastelgroen kantoorpand vestigt een handvol medewerkers. Bij de receptie prijkt een portret van prinses Beatrix aan de muur en ook een foto van (demissionair) premier Mark Rutte ontbreekt niet. Directeur Andy van der Heijden is op dit moment Nederland en dus geven zijn Cubaanse collega’s alvast een voorzichtige introductie over Womy.
Basis
Een driekoppig gezelschap: twee managers en één commercieel specialist, legt aan de hand van brochures de basis van het bedrijf uit. De export begon in 1990 met een ander Nederlands bedrijf, dat op verzoek van de Cubaanse overheid tweedehands passagiersbussen aan Cuba mocht leveren. Dat beviel zo goed, dat de overheid er nog meer wilde en daar is Womy uit voort gekomen. Womy is onderdeel van Peinemann Mobilift Groep en heeft het hoofdkantoor in Zevenbergen. Ze heeft meerdere buitenlandse vestigingen, waaronder in Ivoorkust, Liberia en Ghana.
Cubaanse bedrijfstakken
“Womy kent twee Cubaanse bedrijfstakken”, vertelt Cubaan en general manager Luiz Rodriguez. “Womy Equipment Supply en Womy Equipment Rental. De supply-tak betreft de aanschaf en verkoop van afgeschreven passagiersbussen.” Deze bussen zijn in Nederland vervangen door een luxer en energiezuiniger exemplaar, maar voldoen nog wel aan de Cubaanse normen. De bussen verplaatsen zowel toeristen als de lokale bevolking over het eiland. De uitlaatgassen van de oude bussen vallen in het niet bij die van de oude Amerikaanse bakken uit de jaren vijftig, die hier nog in groten getale rondrijden. “Naast deze verkoop, levert Womy ook, machines, hijskranen en heftrucks aan bedrijven op het eiland. Dit valt onder de rental-tak.”
Handelsembargo
Handel drijven op Cuba is de Nederlandse ondernemers lastig gemaakt de afgelopen jaren. Dit komt vooral door het handelsembargo wat de Verenigde Staten sinds 1962 op Cuba heeft gelegd. Een overblijfsel van de koude oorlog, waardoor veel banken en bedrijven geen zaken durven te doen met Cuba, uit angst voor sancties van Amerika. Dat geeft ook directeur Van der Heijden aan. “Sommige Nederlandse banken willen wel meedenken, maar de financiering blijft een moeilijk gedeelte. Dan zijn we toch aangewezen op andere landen.” Cuba is ook een van de weinige landen die nog een centrale planmatige economie hebben. “Er zijn van te voren budgetten gesteld en daar houden ze zich aan. Past het in het budget? Prima. Zo niet? Kan het niet.” De wetten van vraag en aanbod, schaarste of overvloed werken hier niet en daar dient de ondernemer rekening mee te houden. “Daarbij is geduld een schone zaak. Beslissingen duren hier lang voordat ze worden gemaakt, doordat je zoveel met de overheid te maken hebt.”
Vertrouwen
Ondanks die beperkingen, drijft Van der Heijden graag handel met de Cubanen. “Het is een vriendelijk land. Ik ken geen enkel land dat zo veilig is en waarvan de mensen zo behulpzaam zijn. Je vormt hier ook echt een team. De mentaliteit is socialer, men helpt elkaar meer. Ik bezoek Cuba meestal één keer in de maand en als ik weer weg ga, heb ik alle vertrouwen in mijn Cubaanse medewerkers.”
Mogelijkheden
Daarnaast zijn er steeds meer handelsmogelijkheden in Cuba. Doordat Obama het embargo versoepelde, zo is er weer een Amerikaanse ambassade op het eiland, liggen er nieuwe in- en export kansen. “Cuba is aan het veranderen. De agrarische sector is zeer interessant voor nieuwe Nederlandse ondernemers en ook het toerisme bloeit helemaal op. De Cubaanse overheid, en de Nederlandse trouwens ook, moedigt echt aan om te komen. In Mariel (een havenplaats ongeveer 40 km van Havana, met een grote haven in aanbouw op een strategische plek in het Caribische gebied en met een soort vrije economische handelszone. Red. ) liggen de meeste kansen. Daar bouwen wij ook ons nieuwe gebouw. Daar kan je, in plaats van het hebben een branche office in Cuba, een Cubaans bedrijf hebben met een 100% buitenlandse ondernemer als eigenaar.”
Alexandra Valkenburg, ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Cuba, onderstreept de mogelijkheden van zaken doen in het Caribische gebied, al wil ze niet echt ingaan of het bezoek van Obama een rol speelt in de aangehaalde banden met Cuba. “Niet Obama, maar het bezoek van minister Timmermans heeft de relaties open gelegd”, zegt ze lachend. “Als grootste land in de Caribische regio, waar ook Curaçao en Aruba onder vallen, zou niet naar Cuba kijken onverstandig zijn. Het ligt centraal en de toegevoegde waarde daarvan is groot. Een aantal Nederlandse bedrijven zit er al jarenlang, dat zouden ze niet doen als het niet rendabel was.”
Financiering
Valkenburg geeft aan dat het wel lastig kan zijn in het begin om voet aan de grond te krijgen en dat de Nederlandse ambassade daarbij kan helpen. “Cuba heeft geen echte zakencultuur zoals wij die kennen. Er is veel bureaucratie, het is lastig om financiering rond te krijgen en je moet vooral zakendoen met staatsbedrijven.” De ambassade probeert daarom startende bedrijven te ondersteunen. “Wij proberen te helpen om contacten te leggen, bijvoorbeeld op de Havana International Fair.” Dat laatste is een event in november waar bedrijven van verschillende landen zichzelf kunnen presenteren, onderling contacten kunnen leggen en contracten kunnen afsluiten.
Ook Womy is op de fair te vinden. “Wij helpen graag andere bedrijven met opstarten hier. Wij zitten hier immers al een tijdje”, zegt Van Der Heijden. Over veel zaken kan hij advies geven. Hoe zit het bijvoorbeeld met medewerkers inhuren? “Dat gaat allemaal via een uitzendbureau van de overheid. Zij zoeken voor je en screenen de mensen op hun achtergrond. Wij betalen het bureau.”
Sectoren
Nederland heeft drie sectoren geïdentificeerd die met name interessant zijn in Cuba: duurzame energie, landbouw en water en logistiek. Dat zei minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking na de handelsmissie in Cuba in 2016, met 77 Nederlandse bedrijven. Dat getal geeft wel aan dat er wel degelijk interesse is vanuit Nederland. Volgens de ambassade zijn er ongeveer 35 Nederlandse bedrijven die zakendoen met Cuba, waarvan veertien ook gevestigd zijn op het eiland. Zoals Damen Shipyards Group, KPMG NV, Nirint Shipping B.V en Unilever.
Agrarisch
Ambassadeur Valkenburg ziet ook kansen op het agrarische gebied. “Daarin zijn we, de Nederlanders, erg goed. Ze hebben op Cuba geen grote agrarische sector en er ligt nog veel land braak. Daar zou je veel mee kunnen doen en het is een win-win situatie. Het land kan meer eigen producten verbouwen en hoeft dan niet zo afhankelijk te zijn van geïmporteerde producten die hier niet veel te verkrijgen zijn.”
Dat landbouw nodig is, valt op in een gemiddelde supermarkt in Havana. Op de bijna lege schappen prijken maar een paar producten en de keuze is minimaal. Cubanen staan lange rijen bij de slagerij. Kleinere winkeltjes en karretjes op straat verkopen aanvullend brood, groente en fruit. Snacks, zoals chips of snoep, zijn niet te koop in de meeste winkels. Aan de Malecon, de zeven kilometer lange boulevard langs de zee in Havana, zit het vol vissers in de hoop nog wat aan de haak te slaan. Producten als aspirines, vitamines of parfum zijn bijna niet te verkrijgen en daarbij ook onbetaalbaar voor de meeste Cubanen, aangezien het gemiddelde salaris op 25 tot 40 CUC per maand ligt. Cubanen mogen tegenwoordig zelf wat meer handel drijven en daardoor schieten, naast de rum en sigarenhandel, de zogenoemde casa particulares (bed & breakfast) uit de grond.
Wereld te winnen
Er is dus nog een wereld te winnen in Cuba en Nederlandse ondernemers kunnen daar in het veranderende klimaat gebruik van maken. Is Cuba over vijf jaar nog wel het unieke Cuba zoals wel het nu kennen? Met creatieve Cubanen die op alle mogelijke manieren hun auto’s aan de praat houden, steeds meer talen leren en toeristen graag op weg helpen? Van der Heijden denkt van wel. “Nu Trump nu aan de macht is, zal het er niet meteen beter op worden, maar het ook niet meteen slechter maken. Ik denk dat Europa meer afstand gaat nemen van de VS. Het gaat immers om geld.” Hij glimlacht even. “Maar Cuba blijft altijd Cuba.”