Als je leeft in een stad, kan je het gevoel krijgen dat het buitenleven ver weg is. En als je jong bent, zijn er misschien ook niet meteen heel veel mogelijkheden om een buitenplaatsje te kopen of een boerderij te huren. In Duitsland, vlak bij Ingolstad, hebben wat vrienden hier samen een oplossing voor gevonden. Ze bouwen er aan een zelfvoorzienend bestaan.
Perceel
Met vijf vrienden hebben ze een perceeltje op de kop getikt, net buiten de stad. Hier mag officieel niet gewoond worden, maar de gemeente knijpt al jarenlang een oogje toe. Het zijn eigenlijk recreatietuintjes en daarin mag een gebouwtje staan. Maar velen hebben er gewoon een blokhut of huis staan waar ze, al dan niet het hele jaar, wonen.
Opknappen
Simon (30) is hier zo vaak te vinden als hij kan. Samen met zijn vrienden proberen ze het stukje land, met een van origine bijenhouders-huisje erop, op te knappen voor een zelfvoorzienend bestaan. Ze halen water uit de grond met de pomp, hebben licht van zonne-energie en onlangs is daar de ‘badkamer’ ook bijgekomen. Een solar douchezak aan de muur, een zelfgebouwd organisch toilet en de nieuwste aanwinst: een tweedehands hottub, gestookt op hout.
Plannen
De vrienden hebben genoeg ideeën over de plek. Simon: “We willen het huisje graag iets ophogen, zodat we wat meer slaapplekken creëren. We mogen hier dan officieel niet wonen, maar we zijn hier wel heel vaak. Vooral in de winter is wat meer binnenruimte wel fijn.” Ook de moestuin willen ze uitbreiden. “We hebben nu drie groentebakken achterin, wat fruitbomen en aan de zijkant van het huisje ook wat groente en kruiden. Maar alles groeit zo goed, mede door de compost, dat we het wat beter willen aanpakken.”
Delen
De reden om dit zo met z’n allen te doen is simpel: Het is goedkoper en gezelliger. “Ik heb geprobeerd om zelf een stuk grond te krijgen om daar te leven, maar dat lukte niet. Het is moeilijk om dat voor elkaar te krijgen. Op deze manier delen we de kosten en het werk.” Door de week werken de vijf en s’avonds en in het weekend komen ze naar de tuin. Zo delen ze ook de opbrengsten van de moestuin, al wordt dat vaak ter plekke opgegeten. “Das schmeckt am besten.”