Bijna alle groene weldoeners, healthy eaters, natuurliefhebbers en alternatieve healers zijn deze week te vinden op één plek. Namelijk op The Living Village Festival in Dalfsen. Dit is het tweede jaar dat dit ‘eco-fest’ wordt georganiseerd. HetkanWEL-redacteur Carlijn is de hele week op het festival te vinden en vertelt wat er te doen is.

Het festival is opgezet door Bob en Cathelijne Radstake, omdat ze ooit hun eigen levende dorp willen beginnen. Het stel zoekt een plek om samen met de natuur te leven en een duurzaam dorp te kunnen bouwen, maar heeft nog geen gebied gevonden waar dat kan. Met dit festival hopen ze genoeg geld op te halen om een plekje te kunnen kopen.

Daarom draait dit festival ook bijna compleet op vrijwilligers. Zij helpen op het festival om alle monden te voeden, de toiletten schoon te houden en bij wat harde windvlagen alle hekken weer overeind te zetten, maar ook de meeste acts staan er gratis.

Vrijheid

Meteen als je het terrein oploopt merk je al dat dit festival niet is zoals alle festivals. Niet alleen omdat hier geen hipsters rondlopen, maar ook omdat er een soort vrije energie voelbaar is die niet goed te omschrijven valt. Het terrein staat vol mooie houten bouwwerken, podia, marktjes en alternatieve mensen die zich niet in een hokje laten duwen. Dreadlocks, kleurige wijde broeken, maar ook verentooien en hanekammen. Het is een ratjetoe van mensen, die samen de wereld een stukje beter willen maken. Met muziek, theater, ecologische oplossingen en heel veel glimlachjes en knuffels.

Workshops

Er is van alles te doen en te leren op het terrein. Er zijn dertien zogenoemde ‘area’s’. Zo kan je in de off-the-grid wereld duiken en alles leren over organische toiletten, tiny houses en leven van de natuur. Er worden lezingen en wildplukwandelingen gegeven, maar je kan ook meedoen aan een workshop houtsnijden of leren hoe je een voedselbos aan moet planten. Bij de Temple Grounds area kun je meedoen aan yoga, zweethutten en eeuwenoude ceremonies of je laten betoveren door de muzikanten bij het altijd brandende kampvuur.

Muziek

Na een workshop eet je een vega-bietenburger (wel lekker, niet goedkoop) en ga je de nacht in om te dansen. Er zijn podia met dance & trance DJ’s, er is een psy-fi area en ook een podium met heerlijke wereldmuziek, genaamd monkeytown. Hier geen dansers die stilletjes heen en weer wiegen met een biertje in de hand. Nee, mensen gaan los, alleen of samen, compleet met hoepels en knotsen. Een man in een bikinitop en vrouw in een krokodillenpak, alles passeert de revue.

Alles kan?

Al met al een fijne sfeer om in te zitten, met het gevoel dat alles kan en mag. Al zijn er wel meer regels dan vorig jaar. Zo mogen er door de gasten geen vuurtjes meer worden gemaakt en mag er niet meer worden gezwommen in het naastgelegen riviertje. Maar gelukkig (of misschien juist helaas) is het weer daar ook niet echt naar.